Archive for March, 2006

herinneringen 1

Ik had iets fraais gemaakt met ‘Pages’ met foto’s, opmaak,etc., maar was kennelijk te optimistisch: zo kwam het niet op de weblog. Alleen de simpele versie zonder foto’s. Jammer.

HERINERINGEN familie VEEFKIND-RENES VERHAALTJES ” KOKKI GONNAH “

Wie was kokki? Zij heette Gonnah en werkte, laat eens kijken, zeven jaar en na een verlof van een jaar nog eens twee jaar als kokkin voor mijn ouders.

Kokki, ik hield haar hand vast om haar haar naam te laten schrijven. Zij was analfabeet.

Met eindeloos geduld voerde zij mijn jongste broer Henk zijn ‘ nasi tim’ (rijst met wortels of spinazie gekookt met kippenlevertjes). Hij was een slechte eter… toen.

Kokki

In de zesde klas van de lagere school kreeg ik een fiets; alvast voor als ik naar de HBS ging, die bepaald niet op loop afstand was, zoals de lagere school, de Paul Krügerschool II. Vrolijk ging ik met mijn nieuwe tweede hands fiets naar school. Na schooltijd was ik die hele fiets vergeten totdat ik thuiskwam en geheel overstuur bij kokki terechtkwam: samen renden we terug naar school en gelukkig, daar was de fiets nog en mijn ouders kwamen niets te weten.

Mijn broertje en ik gingen wel eens met haar mee naar de kampong. Jongetjes riepen ons na:” kontol, kontol!” ja dat was een vies woord en betekende piemel, dat wist ik wel. Kokki reageerde niet en bij haar thuis mochten we lekker met de handen eten: rijst met gezouten visjes en soms een sayur (groentensoep).

We gingen met verlof naar Nederland voor acht maanden. Na het verlof kregen we een huis in een voorstad van Jakarta, Kebayoran. Kokki kwam bij ons inwonen. Haar dochter was inmiddels oud genoeg om bij familie te blijven. Ze had een kamertje, een gudangkamer, oftewel opslagplaats.

In middels op de HBS kwam ik op een dag uit school en wilde kokki iets vertellen: ik deed de deur van haar kamertje open en bleef stokstijf staan: een witte gedaante stond rechtop op de balé balé. Ik schrok me wezenloos en riep: ”Kokki, kokki”. Ze reageerde niet en ik rende weg. Waarschijnlijk heeft mijn vader mij uitgelegd dat kokki als Islamitische haar gebeden moest doen in witte kleding en dan niet gestoord mocht worden.

Wij konden niet blijven wonen in dit normale woonhuis vanwege, tja vanwege wat? Mijn vader was in dienst van de Indonesische regering op uitleenbasis en het huis waarin wij woonden was van een of andere Nederlandse company.

Zo verhuisden wij naar een Grafische school en kregen op de verdieping een lokaal en een soort aula ter beschikking. Het gebouw was U- vormig met één verdieping met een galerij langs de klassen.

Met zijn allen: mijn ouders, twee broertjes, kokki en ik sliepen we in één lokaal. Mijn moeder had met behulp van kasten het lokaal ingedeeld: een ouderslaaapkamer, een ruimte waar ik met mijn broers sliep en een soort van keukenruimte waar ook kokki sliep. De afscheidingen reikten niet tot het plafond en zo kon ik de flakkerende schaduwen in het licht van een oliepitje waarnemen als onze kokki braaf haar gebeden deed. Het was wel wat spookachtig.

Naderhand kregen we er een lokaal bij. Het werd omgetoverd tot keuken en toen had ook kokki daar haar privacy. Kokki en ik stonden vaak over de balustrade geleund met elkaar te kletsen.

Het was volle maan en ik stond met kokki weer te kijken over de balustrade van het U-vormig gebouw. Iets geheimzinnigs vond plaats daar beneden op de binnenplaats: een dame was daar en volgens de kokki en achteraf hoorde ik ook van mijn vader was zij bestuurslid van deze school. Er werd daar beneden wat gespit en ik kon het niet helemaal volgen: kokki wist er alles van: Een dodelijk ongeval had plaats gehad met een leerling van de Grafische School. Er was geen fatsoenlijke selametan geweest ter inwijding van de school. Wat wij zagen was de ceremonie achteraf : een kop van een karbouw werd daar begraven.

Maansverduistering. Ook weer over de balustrade met kokki nam ik dit fenomeen waar. Er was veel lawaai van gamelans en gezangen, Kokki vertelde mij dat de maan werd opgegeten door een hond en dat al het lawaai nodig was om de hond te verjagen, opdat de maan weer terug kon komen.

Aan de ander kant van het U vormig gebouw, dat overigens werd afgesloten door flats voor onderwijzend personeel was ook op de verdieping nòg een aula. De Pinkstergemeente had deze zaal gehuurd voor de zondagsdienst en vol verbazing stond ik met kokki te kijken naar de voorganger met een kaal hoofd die rijzend en dalen de dienst leidde. Er waren dan luide kreten te horen en kokki schudde haar wijze hoofd: “kemasukan setan” zei ze, oftewel: “ze zijn door de duivel bezeten”.

We moesten het land uit. Sukarno had alle bedrijven genaasd, oftewel genationaliseerd. Mijn vader had daar op zich niets mee te maken, maar zijn tweede baan kwam in gevaar: het lesgeven op de Concordante Nederlandse HBS. Deze aanvulling op zijn salaris was zeer noodzakelijk. De school werd opgeheven en zo waren we gedwongen te repatriëren.

Het laatste beeld van kokki is voorgoed in mijn herinnering geëtst.

Snikkend verdween zij met onze kat in haar armen in de richting van haar kampong.

Ik stuurde haar nog en kaart vanaf de boot, maar mijn ouders deden nooit meer de moeite contact met haar te houden. Zij konden niets meer voor haar doen en kokki was analfabeet…

Oudere welgestelde dames, pas op!

Oudere welgestelde dames, pas op!

O, correctie, ik bedoel ALLEENSTAANDE welgestelde dames.

CURAÇAO Een paar jaar geleden ging ik met vakantie naar Curaçao. Ik heb er een kleine drie jaar gewoond en sindsdien ben ik er een aantal keren met vakantie geweest. Had dus wel wat ervaring met de omgang met Antilleanen, dacht ik.. Ditmaal had ik een bungalow bij de baai Jan Thiel gereserveerd en Erica en Michiel zouden zich een paar dagen later bij me voegen. De afspraak was dat ik opgehaald zou worden op de airport.

Een half uur na aankomst zag ik nog nergens een bordje “Welcome Mrs Veefkind”, ik kon nergens bellen en besloot zelf maar een taxi te nemen. Het was avond en ik was moe en mijn enige verlangen was: languit op een echt bed liggen.

De taxichauffeur wilde me ondanks het donker op toeristische dingen wijzen en ik vertelde hem dat ik bepaald niet voor het eerst op ‘Duci Korsao’ was. Ai, dat had ik niet moeten doen, want toen werd mijn doopceel gelicht. En toen begon het: was ik niet eenzaam zo zonder man? had ik er geen behoefte aan om weer eens verwend te worden? Ik wist hoe open Antilleanen over dit soort dingen zijn, en ik lachte maar wat en zette hem min of meer voor gek, dacht ik… Eindelijk kwamen we bij de toegangspoort van het resort. De chauffeur had al iets geregeld vóórdat het tot me doordrong. ‘Ik weet de weg en ik vind de bungalow wel.’ Dat viel effe tegen maar tot mijn grote opluchting was er iemand van de receptie daar met de sleutel en ik dacht van de opdringerige chauffeur af te zijn. Mooi niet. De receptioniste was nog niet weg of er werd op de deur geklopt. De chauffeur! Hij zou me toch komen verwennen? “Nou, goede man, dat heb je dan verkeerd begrepen.” En als een haas sloot ik alle deuren en haalde opgelucht adem. Even later ging de telefoon. Niet de receptioniste zoals ik dacht maar…., inderdaad de chauffeur. Nog steeds had hij niet begrepen dat deze rijke dame geen loverboy nodig had. Toen was het dus duidelijk tijd voor grove taal. Dreigde de receptie te waarschuwen als hij niet snel het terrein afging waar hij duidelijk illegaal aan het rondtouren was. And that was the end. Misschien niet voor hem, want de volgende dag kreeg ik de verzekering van het management dat voor deze chauffeur het terrein verder verboden was. Dit alles naast duizenden excuses dat door misverstand ik niet was opgehaald van airport….

Bali 2006 Zoals ik eerder verteld had: het hotel was voor mij alleen, totdat ik ineens buren kreeg. Had al geklets gehoord tot diep in de nacht, maar wist niet waar het vandaan kwam. Laat in de ochtend, toen ik al uitgebreid ontbeten en gezwommen had zag ik mijn buren zitten. Het meisje maakte haar excuses voor het lawaai van die nacht. Er was een jonge man bij haar, dat was een vriend van haar boy friend. Deze vriend sloofde zich onmiddellijk uit in het Engels. Vertelde dat het meisje naar Nederland ging en haalde een fotoboek van Nederland. Ik probeerde nog wat uit het meisje te krijgen, maar ze was onzeker met haar Engels en ze werd steeds onderbroken door de jonge man. Terwijl ik bladerde door het fotoboek om hem een plezier te doen ontfutselde hij heel handig mijn levensverhaal. Tja.. ik moest nu eenmaal overal uitleggen waar ik mijn schamele kennis van de Indonesische taal had opgedaan. Het bleek dat de ‘boy friend’ van het meisje jarig was en ik werd uitgenodigd op het feest. Volgens de jongeman zouden ze naakt gaan zwemmen in het zwembad. Ik lachte maar wat. De boyfriend kwam ook en gedrieën gingen ze weg. Ik was die middag in het andere hotel om daar te eten en in zee te zwemmen. Maar dat is een verhaal apart. ‘Thuis’gekomen besloot ik nog een slokje whisky te nemen en een sigaretje te roken en ik zat lekker te lezen toen het gezelschap terugkwam: het regende en ze installeerden zich in de eetgalerij: een open overdekte ruimte naast mijn kamer. Ik werd natuurlijk uitgenodigd en kon niet weigeren. We zaten allemaal op de grond en de enthousiaste jongeman ontfermde zich over mij, wat ik niet leuk vond, want ik wilde graag met de andere gasten praten. ‘Hé, ik dacht dat jullie naakt gingen zwemmen!’ ‘Ja, maar het regent!’ ‘Nou wat dan nog, laf hoor!’ Hij wist inmiddels natuurlijk dat ik weduwe was en begon over het feit dat ik nu niet natuurlijk leefde. Het werd ondanks mijzelf een discussie waarin ik hem duidelijk probeerde te maken dat ik volmaakt tevreden was met mijn bestaan en dat ik kinderen had die alles goedmaken, en mijn ‘werk’ waar ik maar een beetje over loog, want ik heb inmiddels geen ‘werk’ meer. Hij bood zichzelf niet zo duidelijk aan als de Curaçaose taxi chauffeur. Maar hij was werkeloos en zou goed voor mij zijn en kon hij niet mee naar Nederland? Ik deed nogmaals een poging om in het Indonesisch nog een gesprek met de andere gasten over iets anders op gang te brengen, maar het gezelschap was zeer on-Balinees verlegen. Schaamden ze zich misschien toch een beetje over hun vriend? Ik vond het tijd om me terug te trekken.

De volgende ochtend vertrok het meisje en ik zag nog even de vriend van de ‘boyfriend’. Hij maakte zijn excuses. Viste nog even naar mijn adres. Kreeg hij niet.

Als ik mijn ervaring op Curaçao en Bali vergelijk, is Bali in het voordeel. Waarom? De Balinees was eerlijker en ik had inmiddels heel goed begrepen dat de situatie op Bali buiten de schuld van de Balinezen nijpend is door een bom aanslag waar zij niets mee van doen hadden. Het toerisme is bijna dood en is het logisch dat de vrijmoedige Balinezen wat anders proberen? Natuurlijk is de situatie op Curaçao ook niet rooskleurig, maar de chauffeur miste de elegantie van de Balinees en de eerlijkheid.

Maar toch…. welgestelde alleenstaande dames, pas op en laat je niet inpakken

DUNEDIN

DUNEDIN

Stadswandeling

We boften met onze gids, vind ik. Niet alleen de gebouwen hadden haar aandacht, maar ze wist ons tijdens de wandeling en in het museum de vroegste geschiedenis van Dunedin te vertellen:

Een groep Schotten was zeer ontevreden over de inmenging van de staat in kerkelijke aangelegenheden en zij besloten weg te trekken. Nieuw Zeeland leek hen een goed land om naar toe te gaan. In die tijd waren er een soort maarschappijen die emigratie regelden. Ze stuurden iemand naar Nieuw Zeeland om een geschikte plaats voor deze Schotten te vinden.

De keuze viel..op nou ja, waar nu Dunedin is. De ‘explorer’ vond dat deze plek uitermate geschikt was voor deze Schotten, vanwege o.a. vruchtbare grond en bereikbaarheid.

Twee schepen met emigranten (niet alleen Schotten, maar ook andere avonturiers) gingen op weg. Ze raakten elkaar kwijt. De route was zuidelijk van de Indische archipel. Twee weken na elkaar kwamen ze aan na vijf maanden varen. De accomodatie aan boord was slecht. De ruimte beperkt en niet veel gelegenheid om te luchten. Bij de baai aangekomen was er niets in orde gemaakt: er was een moeras en een kenteken. Vrouwen en kinderen bleven aan boord en er werd zo snel mogelijk een kampement gebouwd. De vloer was modderig en de ‘behuizing’ tochtig.

In het museum zagen we portretten van de ‘pioniers’ en daar kregen we nog een roerend verhaal te horen van onze gids: ze vertelde van een jong echtpaar met een baby. De baby overleed aan boord. Eenmaal aan land schonk de vrouw het leven aan een dochter en deze dochter was de betovergrootmoeder van onze gids.

Ondanks dit moeilijke begin groeide Dunedin. We zagen interessante gebouwen. Vooral het station maakte indruk op mij. Er rijden geen treinen meer, of nauwelijks, maar alles is nog in de oude staat en het kost niet veel moeite je voorstellen hoe mooi het was. Drukte van treinreizigers met al hun bagage. De oude loketten zijn er nog en een prachtige mozaiek vloer. De vloer is gerestaureerd, maar wel met goedkoper steentjes. Onze gids vertelde dat in haar jeugd één keer per jaar een modeshow werd gehouden op het perron. De duurste kaartjes verschaften een zitplaats in een trein, waar het publiek met champagne kon genieten van de show. De bankjes op het perron zelf waren goedkoper en zonder champagne. Het ‘klootjesvolk’ dromde samen in de hall en ving ook nog en glimp van wat er getoond werd. Het is moeilijk om de rest van de wandeling zonder foto’s te beschrijven. Er zijn werkelijke prachtige gebouwen en ook het bezoek aan de First Church of Otago (Presbyterian) was interessant.

Behalve de city tour ‘deden’ we ook nog de steilste weg van het Zuidereiland: we zagen auto’s naar boven ‘klimmen’ en even later afdalen. Misschien valt het mee om het te doen, maar je houdt je hart vast en ik was blij dat noch Cristel, noch Patrick zo waaghalzerig waren. Een ‘rollerskater’ is ooit omgekomen bij de lettelijk halsbrekende afdaling.

Een volgende aflevering zal een aanvulling zijn op onze dagtour over de ‘Peninsular’, Zie Pinguins.