Archive for April, 2007
Leven in Curaçao
Ik kreeg een complimentje voor mijn weblog van een oud-CMS’er. En dan denk ik met dankbaarheid aan mijn overleden man en zo kwam ik in gedachten op Curaçao, waar we een paar jaaar woonden en vond dat ik na het leven in Jakarta, ook maar wat moest vertellen over Curaçao.
Bart woonde al een tijdje op Curaçao, maar ik wilde persé dat Cristel, die mee zou gaan haar schooljaar afmaakte, bovendien was er ijselijk veel te regelen in Nederland; Pieter en Michiel zouden achterblijven. Onze aankomst was vreselijk. Ik had voor de immigratie een gefaxte werkvergunning van mijn man. Die werd niet geaccepteerd en buiten stond Bart met het echte papier die er niet in mocht. Het duurde eindeloos, maar tenslotte kreeg Cristel toestemming om de arme hond die maar rondjes draaide op de bagageband te verlossen. Jaja nog steeds dezelfde hond die in mijn Jakartaverhaal op de foto’s staat. Intussen had Bart gedreigd met de Officier van Justitie (een vriend van hem die daar ook stond om ons feestelijk in te halen). Dit dreigement hielp en al gauw stonden we buiten waar tot mijn verbazing een groot deel van de medewerkers van het accountantskantoor stonden. Nog geheel verdwaasd gingen we naar ons huis dat Bart inmiddels gehuurd en volledig had ingericht met onze eigen spullen die ik al had opgestuurd.
Het was echt wennen op dit eiland. De mensen zijn er zo totaal anders dan in Indonesia. Bijvoorbeeld: een loodgieter moest een kraan repareren. Dat was volgens hem niet meer mogelijk. “Wat nu?’ vroeg ik. “Moet je maar een nieuwe kopen.” Ik vond dat nogal brutaal. Een ander vroeg mij: Geef mij die hamer! Enfin, op den duur begrijp je dat dat gewoon een manier van spreken is en word je niet kwaad meer. Zo verwend als ik was in Indonesia met personeel, hier had ik drie ochtenden in de week een hulp. Het was een Dominicaanse. Ze sprak geen Nederlands, maar wel een soort van Engels. Was getrouwd met een Antilleaan en dus legaal op Curaçao. Ze had 4 kinderen van 4 verschillende vaders. Maar je kon met haar lachen en ze werkte heel wat flinker dan de meeste Antilleaanse hulpen. De jongens in Nederland moesten ook lachen. Als ze belden en ik was niet thuis nam ze de telefoon op en riep meteen: “She no home!” Maar goed, ik moest dus wel zelf koken in de hitte. Dat viel in het begin niet mee. We volgden niet de gewoonte om ‘s middags warm te eten. Bart had wel een lange lunchpauze en kwam thuis eten. Maar eigenlijk had hij er een hekel aan en kon zich niet echt losmaken van zijn werk. Cristel had weer een tropenrooster en had dus ‘s middags ‘vrij’. Wel veel huiswerk natuurlijk. Ik had het druk met de tuin. De grond was hard en onkruid trekken zwaar werk en dan moesten tegen de avond alle planten en bomen water hebben. Het was wel een leuke tuin met veel fruitbomen: 2 manggabomen met kleine manggaatjes en harig vruchtvlees, een sawuhboom met ronde heerlijke vruchten,een jambu ayer en een jambu dinges, verschillende soorten sinaasappelstruiken en klapperbomen. Verder nog bloeiende struiken. En oja, een cashewnoot. Mijn dienst’maagd’ beweerde dat ze de noten kon branden, maar dat werd helaas VERbranden. Wat ze wèl kon: een goede klapper plukken, die openmaken en voor mij klaarzetten in de koelkast. Enfin, van het onkruid wieden kreeg ik een ‘karrende’ pols en moest ik een tuinman zoeken. De eerste die kwam heb ik na één keer al weggestuurd. “Meneer” had een knecht meegebracht die zich rot werkte en meneer zat in een stoel de krant te lezen en mijn frisdranken te drinken. Toen ik hem voorstelde de volgende keer alleenmaar zijn ‘koeli’ te sturen, weigerde hij dat waarop ik hem onmiddellijk ontsloeg. De volgende was een oudere Portugees die ooit bij Shell had gewerkt. Hij sprak Nederlands. Zijn werk was matig, maar het leek een aardige baas, maar hij kwam nogal eens niet opdagen en het werk werd steeds minder. Toen hij op Nieuwjaarsdag straal bezopen ons gelukkig nieuwjaar kwam wensen en ik hem het erf nauwelijks meer afkreeg, kreeg ook hij ‘de zak’. Ik besloot het weer zelf te doen. Michiel had inmiddels bij mij een drupsysteem aangelegd en was ik van het urenlange sproeien af. Maar al gauw bleek dat ik een vergroeiing in de hals had en ik moest met een kraag lopen in die hitte en vaak naar de fysiotherapeut en zo kwam er uiteindelijk niets van tuinieren en tennissen. Om het tuinverhaal af te maken: met veel moeite kon ik een zeer goed aanbevolen tuinman krijgen voor één dag in de drie weken. Ik kon niet met hem spreken, maar dat was niet nodig. Hij werkte constant, nam nauwelijks 10 minuten de tijd om het door mij gekookte bordje eten te verorberen en drupsysteem of niet, hij besproeide tot slot alle planten, zacht zingend. Geweldig.
Op een dag kwam Bart thuis met een schattig Apple computertje. Ze werden op kantoor ingevoerd en hij moest er ook één hebben om thuis te kunnen werken. Hij stopte er een diskette in en of ik wilde of niet; ik zou de introductie doen. En ik was verkocht: alleen als tekstverwerker in het begin. Ik deed namelijk alle correspondentie met het ‘thuisfront’.En nu dus geen gepruts meer met doorslagen en verbeterinkt etc.We hadden een matrix printer, niet zo geweldig natuurlijk, maar als ik echt iets belangrijks te printen had mocht het op kantoor op de laserprinter. En zo typte ik een heel manuscript van mijn vader uit en het werd op kantoor keurig tweezijdig geprint en zelfs gebonden!
Maar goed, ik vond dat ik ook wel iets nuttigs buitenshuis kon doen. Echt werken was me streng verboden op Curaçao; daar had ik voor getekend. Overigens, mijn dochter moest daarvoor ook tekenen, maar babysitten was zwart en zo kon ze een zakcentje erbij verdienen Ik had wel, in Indonesia wijs geworden, een eigen auto. Ik moest ook mijn dochter iedere dag van school halen. Bart bracht haar weg. En verder de ontelbare boodschapjes en betalingen. Water, bijvoorbeeld moest aan een loket afgerekend en daar stonden dan rijen en rijen mensen. Het kostte je soms een uur om van je geld af te komen. Zo ook verblijfsvergunningen en identiteitskaarten.
Mijn dochter speelde dwarsfluit in een jongeren orkest. En ik liet mij overreden om als ouder in het bestuur te komen.Niet wetend dat de andere bestuursleden, behalve mijn vriendin, die al jaren in dat bestuur zat, zulke kletskousen waren. Zo konden vergaderingen eindeloos duren en ze moesten ook altijd met een drankje afgesloten. Het was ook de gewoonte dat er één keer per jaar op een ander eiland uitvoeringen werden gegeven. Dat Aruba een status aparte heeft heb ik wel geweten! We zouden daar dus gaan spelen. Maar alle muziekinstrumenten moesten geregistreerd op de airport. Tja, ik heb zelfs DE officier van justitie weer in moeten schakelen om bij het juiste loketje te komen. Dan onderdak regelen, vergunningen aanvragen etc.etc. Zelfs nog een brief moeten schrijven aan de minister van cultuur op Curaçao. De dag was eindelijk daar en ik had geregeld dat we als groep zouden worden ingechecked en dan wat vroeger dan normaal. Alle ‘muzikanten’ op het hart gedrukt hun i.d. kaart mee te nemen, want we gingen naar het ‘buitenland’. Er was er natuurlijk toch nog één die weer naar huis moest om het op te halen. Dat was echter niet zo’n probleem, want men was voor het gemak maar vergeten dat we eerder zouden inchecken en er was dus nog niemand aan de balie. Na een poosje kwam er een warrige dame aan de balie en het werd al drukker en het ging zo langzaam … ik weet niet meer hoe we uiteindelijk in het vliegtuig belandden. De rest is weer een ander verhaal.
Bart kwam op een gegeven moment met de boodschap: in de nieuwgebouwde bibliotheek zitten ze heel erg om vrijwilligers verlegen. Had eerst mijn twijfels: er zitten toch veel mensen te springen om werk? Maar toch maar gegaan. Eerst boeken opruimen en dat vind ik heerlijk werk, want zo en passant zie je boeken die je graag mee naar huis neemt. Toen was er gebrek aan mensen aan de balie: niet te verwonderen, want alles ging met de hand en ik geloof dat ik wel 3 kaartjes per boek moest invullen en de rij werd al langer en langer.. volgens mij zaten achter mij mensen in de balie niet zo erg hard te werken en wierp smekende blikken achterom. Hielp niet. Toen kwam de ‘baas’ van mijn afdeling die steeds maar had geroepen dat ik een engel was uit de hemel gezonden. Ik deed mijn beklag, maar hij lachte: “Ach, de mensen hier weten het: wachten is het wachtwoord.” En dat klinkt erg zot als dat met de Antilleaanse w (=oe) hoort uitspreken. Ook moest ik een keer kaartjes sorteren, boven op een kantoor. Ik zou tot 5 uur werken. Om 4 uur werd daar het tempo vertraagd met thee drinken, of fris. Om half vijf waren de bureaus leeg. Er werkten alleen dames en onder veel belangstelling werd een zwangerschaps boek gelezen. Eén van de dames wà s duidelijk zwanger. Om vijf vóór vijf was iedereen vertrokken. Maar ach, ik had inmiddels lang genoeg op Curaçao gewoond om me daar niet aan te ergeren. Alle medewerkers dachten toch dat ik gek was om te werken zonder dat ik daarvoor betaald werd.
Ja, en verder, als er tijd was genoten we van de zon en de zee. In het week-end naar een baai. Met nog 3 andere mensen van kantoor was er een week-endhuisje aan een baai. Niemand deed er iets aan; het was er vuil en verveloos en eens vond ik bovenop een keukenkastje een enorme dode rat aan een lijmstok. Ach, en daar zet je dan je schouders onder en stelt schilders en loodgieters aan die alleen komen als ze zin hebben, maar uiteindelijk hadden we daar een heerlijk huisje waar je ook fatsoenlijk slapen, koken, BBQen en min of meer kon zeilen.
De zoons kwamen over in vakanties en haalden duikbrevetten. En gingen wel eens stappen met vriendinnen van Cristel en Cristel zelf natuurlijk. En ja, dat was voor ons ook wel effe wennen. Cristel was zestien, maar tienerfeesten begonnen vaak pas om 10 uur ‘s avonds en eindigden? nou, in ieder geval na middernacht.
Vanuit Curaçao kon je vrij gemakkelijk naar de andere eilanden en daar maakten we een vakantie van, hoewel Bart toch wel de gelegenheid waarnam ook op Sint Maarten en Aruba, waar KPMG ook zat wat zaken af te handelen.
Venezuela was ook maar een wipje en uitstapje naar Guatemala was ook een geweldig avontuur.
Tja, wonen op Curaçao… je bent weer een ervaring rijker.
Met vakantie naar Curaçao is een heel andere kwestie en ik ben nog vaak teruggeweest. Het is goed om met vakantie te relaxen en als er dan wel eens afspraken mislopen? Who cares, tomorrow is another day.
naschrift: ik heb wat zoektochten gedaan naar leuke foto’s van ons leven op Curaçao, maar rara hoe kan het? nog steeds niet gevonden. Dus nu maar publiceren.